Alles over het zekeren van de lading!

Het vervoeren van een lading lijkt kinderspel, maar er is wel een wetgeving aan verbonden. Ook zijn er manieren waarop het verkeerd plaatsen van een lading ongelukken kan veroorzaken. Iedereen wil dat voorkomen, vandaar een verduidelijking! Je kan alles in onze webshop vinden over lading zekering.

De definitie van lading zekeren is "het deugdelijk vastzetten van een lading zodat deze niet van of op het voertuig of aanhanger kan (om)vallen, glijden, opspringen en schade kan veroorzaken aan personen of voertuigen". Daarom moet je goed weten hoe je een lading goed vastzet, hiervoor zijn diverse technieken en toepassingen. Voordat je deze technieken en toepassingen kan gebruiken, moet je eerst bewust zijn van de verschillende krachten die optreden bij normale verkeerssituaties op de lading, het voertuig of de aanhanger. Denk aan het stoppen, rijden, uitwijken of een slecht wegdek (drempels). Hierna wordt uitgelegd welke manieren van zekering er zijn en hoe je deze toepast. 

Wat is de wetgeving van het zekeren van de lading?

Over de wetgeving van lading zekeren zijn er een aantal belangrijke aspecten die je moet weten. Zo staat er in artikel 5.1.2 Regeling voertuigen (Rv) wie er verantwoordelijk is voor de zekering van de lading of het overbeladen ervan, et cetera. De regeling voertuigen valt onder de wegenverkeerswet 1994. Hierbij is de bestuurder strafbaar als de lading niet in orde is, maar jouw leidinggevende of werkgever is ook strafbaar als hij of zij weet dat jij niet met de goed gezekerde lading op de openbare weg rijdt. De bestuurder is enkel strafbaar mocht de leidinggevende of werkgever niet op de hoogte zijn. Kort samengevat zijn de bestuurder en eigenaar of de houder van het voertuig de verantwoordelijke personen.

De regelgeving waarom een lading goed gezekerd moet zijn staat in artikel 5.18.6 (Rv), ook staan hier de krachten die spelen op de lading en de zekering als er bijvoorbeeld plots uitgeweken of geremd moet worden. Door het rijden over een oneffen wegdek of verkeersdrempel heeft vrijstaande lading de neiging te gaan opspringen of 'wandelen'. Hierbij is de wetgever van mening dat de lading zodanig gezekerd moet zijn dat de lading niet van het voertuig kan vallen door de opwaartse krachten. Bij een los gestorte lading (zand, grind, puin, veldgewassen, groenbouw en sloopafval) waarvan het gevaar kan ontstaan dat het wegwaait of van het voertuig afvalt, moet de lading deugdelijk worden afgedekt, vandaar dat er hierbij altijd een zeil of net gebruikt moet worden.

Artikel 6 Wegenverkeerswet gaat over gedrag in het verkeer. Dit is ook toepasbaar buiten de weg, denk aan terreinen, weilanden, enzovoorts. Onder deze wet ben je schuldig bevonden als er bewijs is van onvoorzichtigheid, onoplettendheid of onachtzaamheid. 

Waar moet ik op letten bij het laden van de lading?

Voordat je jouw lading kan zekeren, moet deze eerst op de aanhanger of voertuig geplaats worden. Hierbij moet je rekening houden met het laadvermogen van jouw aanhanger of voertuig, dit kan je vinden op het kentekenbewijs of typeplaatje van de aanhanger. Een aanhanger met een maximum massa van boven de 750 kg moet voorzien zijn van een kentekenbewijs. Het is belangrijk dat je het gewicht van de lading goed verdeeld, daarbij moet je rekening houden met de kogeldruk op de trekhaak van de aanhanger. Meestal is dit al te zien als de aanhanger nog niet aangekoppeld is, deze hangt dan achterover als er teveel gewicht op de achterkant is geladen en de aanhanger hangt voorover bij teveel lading aan de voorkant, waardoor je het neuswiel niet meet uit kan draaien bij het aankoppelen. Als de aanhanger aangekoppeld geladen wordt, moet je opletten op de plaatsing aangezien deze niet voor- of achterover hangt. Hieronder is te zien hoe het wel en hoe het niet moet.

Wat zijn krachten van de lading?

De term G-krachten ken je vast wel, vooral bij straaljagers. Deze krachten worden ook wel centrifugaal genoemd. Als je de krachten weet, moet je daar rekening mee houden en de juiste technieken toepassen bij een bepaalde lading. De volgende krachten kunnen in het normale verkeer optreden:

• Naar de zijkanten maximaal 0,5 G, dit komt overeen met 50% van het gewicht van de lading.
• Naar achteren maximaal 0,5 G, dit komt overeen met 50% van het gewicht van de lading.
• In de rijrichting maximaal 0,8 G, dit komt overeen met 80% van het gewicht van de lading.
• Op- en neergaande kracht 1,0 G, dit komt overeen met 100% van het gewicht van de lading.

Bij het zekeren van je lading heb je ook een aantal andere factoren die invloed hebben tijdens het rijden op de lading zekering maar ook op de krachten. De komende factoren hebben een negatieve invloed op de lading en hierdoor kan de lading gaan glijden tijdens het rijden, stoppen of uitwijken. Hieronder valt: modder, klei, zand, ijsvorming, vorst en sneeuw, maar ook olie of water op de laadvloer kan zorgen voor een gevaarlijke situatie. Let hier voor het laden dus altijd op!

Hoe kan ik wrijving voorkomen?

Elke lading heeft zijn eigen factor wat betreft het glijden, deze noemen wij het wrijvingscoëfficiënt. Elk type lading heeft dus zijn eigen wrijvingscoëfficiënt. Bij een hoge wrijvingscoëfficiënt, ook wel wrijvingsweerstand genoemd, gaat de lading minder snel schuiven en heb je dus minder spanmiddelen nodig. Hiervoor kan je hulpmiddelen gebruiken in de vorm van antislipmatten of hoekbeschermers voor jouw spanbanden, ook zodat deze niet slijten bij scherpe hoeken.

Wat is het gewicht van veel voorkomende lading?

Om het wat makkelijker te maken om de hoeveelheid lading te bepalen hebben wij een tabel gemaakt met daarin de veel voorkomende producten als lading en de gewichten ervan:

Hoe kan ik uitstekende lading zekeren?

Zoals je misschien wel weet zijn er ook regels verbonden aan hoeveel een lading uit mag steken. Als bestuurder moet je er dus voor zorgen dat de uitstekende lading de uitsteekmaten niet overschrijdt en de uitstekende delen niet scherp zijn. De maximale uitsteekmaten zijn:

• Aan de voorkant: de lading mag niet voorbij het hart van de koppeling komen.
• Aan de zijkant: de lading mag niet breder zijn dan de maximale toegestane breedte voor aanhangwagens van 2,55 meter en op onverharde wegen wordt dit maximaal 2,20 meter.
• Aan de achterkant: de lading mag maximaal 1 meter aan de achterzijde uitsteken, maar hierbij mag de maximale uitsteeklengte van 5 meter achter de achterste as niet overschreden worden. 

Een uitzondering op de regels van overschrijding aan de achter- of zijkant is het gebruik van markeringsborden. Hierbij mag je bij de achterkant de maximale uitsteeklengte van 1 meter overschrijden maar nog steeds geldt de regel dat het niet langer dan 5 meter achter de achterste as mag zijn. Bij overschrijding van de zijkant met gebruik van markeringsborden mag je 10 cm of meer uitsteekt maar het mag niet meer uitsteken dan 3 meter. Let wel op dat het vervoer met markeringsbord in de nacht gedaan wordt deze voorzien moet zijn van een rode lamp. Ook mag je nooit het zicht op de verlichting, retroreflectoren, de richtingaanwijzers of de kentekenplaatverlichting nooit belemmeren.