Hoe kun je bonken bij aanhangwagens en caravans verhelpen?
Het komt regelmatig voor dat bestuurders van aanhangwagens én caravans een bonkend geluid ervaren tijdens het optrekken en remmen. Hoewel dit vaak een probleem lijkt met de oploopdemper, blijkt dat het merendeel van deze klachten te maken heeft met een afstellingsprobleem van de oplooprem. Door de juiste afstelling kun je dit probleem eenvoudig verhelpen en voorkom je onnodige vervanging van de oploopdemper. Hier lees je hoe je een goede controle en afstelling uitvoert om het bonkende geluid te voorkomen.
Is je oploopremdemper wel kapot? Bekijk dan ons uitgebreide assortiment oploopremdempers!
Hoe controleer je de oploopremdemper?
Een eenvoudige manier om te controleren of de oploopdemper goed functioneert, is door deze fysiek in te drukken. Druk de demper in en kijk of deze langzaam uitschuift. Gebeurt dit, dan functioneert de demper vaak nog goed. Meer dan 95% van de klachten over oploopdempers bij aanhangwagens en caravans zijn terug te leiden naar een verkeerde afstelling. Vervanging is dus niet altijd nodig, en met de juiste aanpassingen kan het probleem vaak opgelost worden.
Wat veroorzaakt het bonkende geluid bij aanhangwagens en caravans?
Het bonkende geluid ontstaat door een te grote “slag” van de oplooprem. Bij het remmen schuift de koppeling in, waardoor een kantelnok naar achteren beweegt. De remstang wordt vervolgens aangetrokken en activeert de remmen. Bij een verkeerde afstelling legt het schuifstuk echter een te grote afstand af, waardoor de oploopdemper niet langer als demper werkt maar als schokbreker, wat dit geluid veroorzaakt. Dit bonken is een signaal dat de demper niet correct is afgesteld.
Afstellen van de oplooprem voor een soepele werking
Om het bonkende geluid te verhelpen, moet de remstang en de kantelnok nauwkeurig worden afgesteld. Zorg dat de rem met de kleinst mogelijke speling vrij loopt. Dit doe je door de trekstang – vaak voorzien van een draadstang – zo af te stellen dat de kantelnok bij de kleinste beweging van het schuifstuk al in werking treedt. Hiermee wordt voorkomen dat er een te lange slag nodig is voordat de remmen daadwerkelijk worden ingeschakeld, wat de bonk tijdens optrekken en remmen verhelpt. Aan de hand van het stappenplan hieronder, zorg je ervoor dat de oplooprem goed afgesteld wordt.
Ook bij caravans komt dit probleem voor, zeker als deze regelmatig worden belast met extra gewicht of op ruwe wegen rijden. Door regelmatig de oplooprem te controleren en indien nodig af te stellen, kun je het rijcomfort verbeteren en de levensduur van de oploopdemper verlengen. Let er bovendien op dat caravans vaak zwaarder beladen worden, wat extra belasting geeft op het remsysteem. Zorg dat je de afstelling bij een caravan aanpast aan de lading, zodat het systeem optimaal werkt.
Stappenplan: afstellen van de remmen
Afhankelijk van de situatie kun je de remmen afstellen met de remtrommel gedemonteerd of gemonteerd. In de onderstaande video legt Ruben uit hoe je de remmen afstelt. Klik op de aangegeven hoofdstukken om direct naar het onderdeel te gaan dat voor jou het meest relevant is. Is je oplooprem wel aan vervanging toe? Bekijk dan ook onze video over het vervangen van de oplooprem.
1. Afstellen met gedemonteerde trommel
- Remkabels afkoppelen – Koppel de remkabels los.
- Remtrommels demonteren – Haal de remtrommels van de as.
- Gangbaarheid van de remkabels controleren – Controleer of de remkabels vrij kunnen bewegen en liggen zoals bedoeld. Corrigeer indien nodig.
- Remmen instellen – Stel de remmen af met behulp van de nastelbout of -moer aan de achterzijde van de ankerplaat.
- Remschoen instelmaat bepalen – Meet de remschoenmaat met een schuifmaat. Gebruik hiervoor de formule:
(d x 0.002) + 1.2 + diameter = instelmaat in mm
. Stel deze maat in over het midden van de remschoen. - Remkabels aansluiten – Sluit de remkabels aan en span ze zo ver op dat het spreidslot niet voorgespannen is.
- Remtrommels monteren – Plaats de remtrommels terug.
- Remstangen opspannen – Span de remstangen zo ver op dat de remhevel in de oplooprem aanligt tegen de trekstang.
- Vrijloop controleren – Controleer tijdens het instellen steeds de vrijloop van de remtrommel.
2. Afstellen met gemonteerde trommel
- Remkabels losmaken – Maak de remkabels los en controleer hun werking.
- Remtrommel in rijrichting draaien – Draai de remtrommel in de rijrichting om te voorkomen dat de terugrij-automaat wordt ingeschakeld.
- Nastelmoer aandraaien – Draai de nastelmoer aan de achterzijde van de ankerplaat zo ver aan totdat de remtrommel zwaar draait.
- Nastelmoer terugdraaien – Draai de nastelmoer ongeveer een halve slag terug en klop met een kunststof hamer op de nastelkeil.
- Remstangen opspannen – Span de remstangen zo ver op dat de remhevel in de oplooprem aanligt tegen de trekstang.
- Vrijloop controleren – Controleer tijdens het instellen steeds de vrijloop van de remtrommels.